‘Sinds ik vader ben drink ik geen whisky meer.’ Die woorden
sprak Jody Bernal onlangs in
een interview. Ik zag het meteen voor me: ergens
in een kelder, achter slot en grendel, staat een fles single malt zachtjes te
huilen.
Niet omdat hij leeg is, maar omdat Jody hem heeft verlaten.
Dus niets geen que si, dit is (que) no. En dat is een slechte zaak.
Begrijp me niet verkeerd: vaderschap verandert je. Plots
kijk je naar Baby-TV in plaats van Netflix en weet alles over babydoekjes. Het
nachtleven bestaat niet meer uit feesten en drinken, maar eerder uit speentjes
zoeken in het donker.
Maar om whisky dan
maar af te schrijven als de boze verleidster van het vaderschap? Dat gaat wat
ver.
Whisky is geen verslaving – dat zit tussen je oren
Want whisky is geen verslaving. Het is een drank om van te
genieten, om mooie momenten in het leven bijvoorbeeld te vieren. Een fles
GlenDronach is niet bedoeld om achter elkaar door de strot te rammen, zoals studenten
wellicht doen tijdens een ontgroening.
Nee, whisky is om van te nippen, om in je glas te walsen, om
even stil te staan bij het leven. Het is een reminder dat alles beter smaakt
als je er de tijd voor neemt. Precies het soort levensles dat een kersverse
vader best kan gebruiken.
Maar goed, Jody heeft besloten het niet meer te doen.
Misschien was hij bang dat hij na een dramatische nachtvoeding ineens een fles
Highland Park zou aanbreken en voor hij het wist de wieg zou gebruiken als
cocktailshaker. Toch vermoed ik eerder dat dit een klassiek staaltje
misverstanden is.
Verander je na whisky in een wankelende piraat?
Er bestaat namelijk een hardnekkige mythe: dat whisky en
verantwoord leven niet samengaan. Dat zodra je een glas whisky vasthoudt, je
automatisch verandert in een wankelende piratenkapitein die zijn papegaai
belooft nooit meer te drinken, Of is dat met rum?
Wat we willen zeggen: alles in het leven draait om balans. Ga
maar na. Wanneer drinken wij liefhebbers een glas? Een dram na het eten, een
proeverij met vrienden, een fles die maandenlang meegaat omdat je elke keer
maar één glas drinkt tijdens speciale momenten. Dat ís geen verslaving!
Genieten van het leven, alsjeblieft
Door te zeggen dat hij whisky volledig heeft afgezworen
“omdat hij vader is”, zet Jody eigenlijk whisky in de hoek van de slechte
gewoontes. En dat vind ik jammer. Want wat leren zijn kinderen dan? Dat
genieten eng is? Dat je alles wat karakter heeft moet mijden zodra je volwassen
wordt? Stel je voor dat we dit principe overal op toepassen: geen kaas meer
omdat je dan misschien een hele bol zou kunnen opeten, geen voetbal meer omdat
je verslaafd zou kunnen raken aan juichen, geen muziek meer omdat je telkens Que
sí, que no op repeat zou draaien.
Natuurlijk, als je merkt dat je ergens gevoelig voor bent,
moet je opletten. Maar laten we alsjeblieft het imago van whisky niet mee de
kinderwagen in duwen. Whisky verdient beter.
Whisky is het bewijs dat volwassen worden ook iets moois kan
brengen: geduld, nuance, smaak, en bovenal het besef dat je niet alles in één
keer hoeft op te slokken.
Dus Jody, mocht je dit lezen: laat die fles niet verstoffen.
Je hoeft hem niet leeg te drinken om te bewijzen dat je leeft.
Pak gewoon af en toe een glas, schenk in, snuif de geur van
karamel en turf, en proost zachtjes op het vaderschap. Je kinderen zullen er
geen trauma van krijgen — integendeel, ze zullen later zeggen: Mijn vader wist
hoe je moest genieten.’
En dát lijkt me pas een mooie erfenis.