Erik Molenaar van
Kintra Spirits is al jarenlang werkzaam in
de whisky-industrie. Hoewel hij een goede baan had en ‘rustig’ zijn pensioen had
kunnen uitzingen bij de gemeente in Deventer, wilde hij een uitdaging. Nu,
zoveel jaar later, staat zijn eerste whisky op de planning.
Misschien heb je Erik
(51) weleens gezien op een whiskyfestival. Je herkent hem aan een flatcap en
charmante uitstraling. Met een whisk(e)y in de hand denk je al snel: daar heb je
onze eigen Thomas Shelby van Peaky Blinders. De link met Ierse whiskey is
bovendien ook gelegd, want hij serveert regelmatig dranken van whiskymerken als Currach en McConnell’s. Al is er meer wat hij vertegenwoordigt.
Op de locatie in Deventer waar we hem treffen, zien we
namelijk ook whiskymerken uit Schotland, gin uit Italië en mooie champagne uit Frankrijk.
De ruimte is groot en gezellig rommelig. Er staan veel opgeslagen vaten en in een hoekje staat Willemijn: de
stookketel. Ze staat er wat verlegen bij, maar alle ogen zijn gericht op de whisky lancering van Erik later dit jaar.
Hoe begon de liefde voor whisky?
Maar eerst gaan we terug naar het begin. Want waar is die liefde voor whisky begonnen?
‘Ik was 18 toen was ik voor het eerst in Schotland was. Toen liep ik de West Highland Way van Glasgow naar Fort William.’ Eenmaal aangekomen in een hotelbar werd Erik betoverd door Schotse magie. ‘Er was zo’n hele wand met whisky’s en dat intrigeerde. Daarvan dacht ik: hè wat is dat allemaal? Hoe kan dat nou zo divers zijn? Smaakt dat allemaal anders?’
Zijn eigen ervaring was niet per se heel denderend. ‘Niet
heel bijzonder. Een beetje appelsap op sterk water, vond ik het.’
Tóch was de
interesse gewekt na dat eerste glas Glenfiddich.
Onafhankelijke bottelaar
Sindsdien is hij nog vaak terug geweest in Schotland en sloeg
de definitieve vonk over in 2009 ‘op Islay in een klein vakantiehuisje bij Caol
Ila.’ Daar daar wist hij het zeker: Hij moest en zou iets doen met whisky. Er was namelijk maar één gedachte die hem bezighield: ‘Ik kan het alleen maar drinken, maar dat is
niet goed voor me. Laat ik dan maar kijken of ik er ook wat anders mee kan.’
Erik was projectleider bij de gemeente in Deventer en was in eerste instantie niet van plan om van baan te veranderen. Hij zocht
alleen een klein uitdaginkje en besloot met een startbudget een paar vaten te kopen, zodat hij zelf whisky's kon gaan bottelen.
Vijftien jaar geleden, benadrukt hij, zag de markt er heel
anders uit dan nu. Nu zijn er veel partijen zelf whisky’s aan het bottelen en
zijn de prijzen de pan uit gestegen. Toen was er bijna niemand die zoiets deed,
zeker niet in
Nederland. De enige anderen in Nederland die dit deden waren Van Wees met The Ultimate Serie, Bresser & Timmer met de Daily Dram en soms was er een slijter die zelf een vat kocht. Meer dan dit was het niet.
Spelen met vaten
‘Je kon gewoon een distilleerderij bellen: “Hallo, kan ik
een vat kopen?” en dan zeiden ze: “Eentje maar?”’ Hij glimlacht als hij eraan
terugdenkt. ‘Dat was toen een hele leuke tijd om te doen.’
Dat het toen nog goed te betalen was, illustreert zijn verhaal
over een Mortlach. Zo kocht hij ooit een single cask Mortlach. ‘Er zijn van die
verhalen dat één op de honderd vaten van zichzelf geschikt is om zomaar te
bottelen als single cask. De rest moet gewoon in een blend terechtkomen (…) dus
je moet af en toe geluk hebben dat je weet wat je treft.’
Aan het vat dat hij had gekocht, moest nog wat gebeuren. ‘Dus
toen heb ik een vat uit Spanje laten komen, een Oloroso sherryvat. Dat is naar
Schotland verscheept. 'Toen is die whisky in dat sherryvat gestopt, nog
anderhalf jaar en toen hebben we ‘m gebotteld. Toen had je dat Mortlach
karakter er nog in, maar met een extraatje van die sherry rijping.’
Dat bottelen liep zo goed dat hij op een gegeven moment
minder is gaan werken bij de gemeente en in 2016 besloot om zich helemaal op
het ondernemen te gaan richten.
De balans is zoek
Hoewel dit prachtige verhalen zijn, staat het onafhankelijke
bottelen voor Erik inmiddels op een laag pitje.‘ Ik vind met het aanbod wat er
is, je weinig onderscheidend meer kan zijn. Dan zie je weer een Linkwood. Daar
zit niemand meer op te wachten, sorry. Of dan zie je weer een grain whisky die gefinisht
is op sherryvaten. Dat is de 100e editie die ik op die manier zie.’
Bovendien rijzen de prijzen de pan uit en is het financieel
niet leuk meer, niet voor hem en ook niet voor de consument.
‘Ze moeten in Schotland wat verdienen, dan moet er aan het
bottelen wat worden verdiend, dan moet de transporteur wat verdienen, dan moet
ik wat verdienen, dan moet het etiket er
nog op, dan moet er nog verzonden worden naar de winkels, dan moeten winkeliers
wat verdienen en dan moet jij als consument nog zeggen: ‘Oh ja, dat vind ik nog een aantrekkelijke prijs om te betalen. En die balans is een beetje zoek.’
Zijn focus ligt dan ook op het importeren van mooie merken
en die aan de man brengen. Currach, een whisky die experimenteert met zeewier, loopt
bijvoorbeeld erg goed. ‘Dat staat in mijn top 3 best lopende producten.’
Hij schenkt dit en andere whiskymerken op festivals en geeft
ook regelmatig proeverijen. Daar mag hij graag het ballontje doorprikken van
‘Schotse magie’.
‘Het is helemaal gericht op de Scottish Highlands en de
romantiek daaromheen in de heuvels en het landschap in de geschiedenis (…) daar
identificeren de mensen zich denk ik heel makkelijk mee. We willen ook allemaal
dat beeld van die rustieke distilleerderij, verscholen in die heuvels van Schotland.
En die ligt daar ook daadwerkelijk, maar dat daar een miljoenenconcern achter
schuilgaat, dat snappen mensen niet helemaal.’
Nieuwe Nederlandse whisky in aantocht
Zelf is hij iets minder bezig met marketing of een
verkooppraatje houden. Hij houdt gewoon van dranken en mooie producten. Sterker nog,
hij heeft nog niet bedacht hoe hij zijn eerste whisky op de markt gaat brengen.
Die komt dit jaar uit, maar hij weet nog niet precies wanneer en zelfs de naam
is nog niet definitief bepaald. Grappend zegt hij: ‘Rood, wit, blauw met een oranje wimpel erop.’
Het enige wat voor hem belangrijk is, is dat het een
Nederlandse whisky is. ‘Ik denk dat we uit moeten kijken dat we de Schotten erg
gaan imiteren, dat we heel erg gaan proberen om Schotse whisky na te maken. Je
bent een Nederlandse distilleerderij, dus kies je eigen signatuur en doe wat
jij mooi aan een product vindt. Ga niet Schotland in het klein nadoen, want dat lukt je toch niet.’
Toch willen we van Whisky Monkeys natuurlijk een tipje van de sluiter hebben en die krijgen we. ‘Ik heb gekozen voor ouwe Britse brouwgerst, waarbij het
niet gaat om de opbrengst aan suikers uit die korrel, maar puur om smaak. Ik
vind dat ik een mooi vol smaakvol distillaat al had en dat hebben we aangevuld
met een een klein beetje chocolademout (…) die geven vooral smaak, koffietonen,
mokka, pure chocolade.’
En voor een klein deel is lightly peated mout gebruikt om te
proberen. De verwachting is dat er tussen de 300 en 350 flessen als eerste
batch op de markt worden gebracht. Dit gebeurt onder de vlag
Wagging Finger, wat valt onder
Kintra Spirits.
De eerste whisky wordt dus later dit jaar uitgebracht. Tot
die tijd kun je een proeverij bijwonen van Erik of hem spotten op één van de
festivals later dit jaar.
Favoriete
whisky: ‘De whisky van het moment is mijn favoriete whisky’
Aantal glaasjes whisky per week: Normaal 2, maar nu niets.
Leukste fles whisky in bezit: Eigen gebottelde van Bruichladdich
Duurste whisky ooit gedronken: 36- of 38-jarige Glenury Royal
Whiskyland om in de gaten te houden: Spanje
Whisky die je zelf had willen bedenken: Currach
Minst favoriete whisky: Alcoholvrije whisky
whissin ‘te ranzig voor woorden’
Bekijk in
dit overzicht al onze interviews.