Patrick van Zuidam maakt whisky om de allerbeste ter wereld
te zijn, want anders zou hij net zo goed pannenkoeken kunnen bakken. Zo
legt hij uit tijdens een exclusief interview. We spreken met een man die veel grapjes maakt, maar toch ook regelmatig serieuze levenslessen van zijn moeder en
vader tussen de regels door laat vallen.
Terwijl Patrick (54) vakantie heeft en de distilleerderij op zaterdag
gesloten is, heeft hij tijd voor Whisky Monkeys. Het decor van het interview
is zijn kantoor, waar links in de hoek allemaal prijzen staan. Drie jaar op rij
heeft hij de beste roggewhisky ter wereld gemaakt en is daarvoor beloond. Hij
begrijpt de honger van Olympiërs of andere topsporters als geen ander.
'Het is net als dat je meedoet met de Olympische spelen'
Patrick wil namelijk de allerbeste whisky van de wereld maken.
‘We proberen altijd de allerbeste te zijn en dat klinkt misschien niet zo
bescheiden, maar dat is wel wat we proberen (…) Of je doet het met het doel de aller allerbeste
te zijn of ik ga pannenkoeken verkopen. (…) Het is net als dat je meedoet met
de Olympische Spelen. Je doet mee om goud te winnen. Dat willen wij ook.’
15.000 vaten whisky liggen nog te rijpen
Wat apart is, is dat Millstone Rye whisky nu drie jaar op rij de beste
ter wereld is, maar roggewhisky nog niet echt voet aan de grond krijgt in Europa. Sterker
nog, er liggen 15.000 vaten te rijpen bij Zuidam, waarvan een deel ook roggewhisky
is. Maar deze specifieke whiskysoort lijkt vooralsnog alleen in de Verenigde
Staten en Canada erg groot te zijn.
Planningshorizon: te veel roggewhisky?
Peinzend zegt hij: ‘Roggewhisky is niet het succes geworden van
wat ik ervan gehoopt had.’ Hij legt uit dat het hele probleem met ondernemen is, zeker in de whisky-industrie, dat je altijd bezig bent met een soort glazen bol
die niemand heeft.
‘Je praat over grote investeringen, je praat over ver
vooruitkijken. Je praat over een twintig jaar planningshorizon. Maar dat is
natuurlijk de reinste waanzin, dat snap je ook wel. Wie weet wat er over
twintig jaar gaat gebeuren?’
Hij vindt het dan ook maar een ‘stomme planningshorizon’
en is vooralsnog niet van plan om de productie van roggewhisky naar beneden te schroeven.
‘Ik maak er veel van omdat ik hoop dat het ooit nog heel groot gaat worden.’ Hij geeft toe dat als er over een paar jaar nog steeds niets veranderd is,
hij misschien minder roggewhisky moet gaan maken.
Whiskymarkt is aan het afkoelen
Los van het feit dat rogge nog niet zoveel zoden aan de dijk zet in
Nederland, valt het Patrick op dat de whiskymarkt wat aan het
afkoelen is.
Al vindt
hij dat gezond en is het iets wat hij al van ver weg zag aankomen. ‘Het is
nooit alleen maar crescendo. Dat bestaat niet in de wereld. Het is ook niet
sustainable om alleen maar groei te hebben.’
Er is zoveel whisky geproduceerd de afgelopen jaren, dat Patrick zich al
jaren afvraagt wat daar precies de bedoeling van is.
‘Want op een gegeven moment moet iemand het allemaal opdrinken. Ik heb me al decennia afgevraagd; wie gaat dat dadelijk allemaal opdrinken?’
De wijze lessen van vader
Hoewel collega’s misschien een grote uitdaging hebben, maakt Patrick
zich niet zo druk. Op een kleine hypotheek na voor een extra warehouse is alles
letterlijk afbetaald, van de vaten, tot aan diverse auto’s. Aandeelhouders zijn er niet.
Hoewel Patrick het geregeld heeft over hoe arm en klein de distilleerderij
(‘trutbedrijf’) was toen zijn vader op relatief late leeftijd begon met de
distilleerderij en in dertig jaar tijd alles beetje bij beetje is uitgebouwd,
straalt hij ook trots uit.
Zonder dat hij het zelf misschien doorheeft, citeert hij met
regelmaat zijn vader en soms zijn moeder. ‘Mijn vader heeft altijd
gezegd dat je moet zorgen dat je een sustainable bedrijf hebt. Dus dat
het bedrijf toekomstbestendig is.’
En hoewel hij zelf verantwoordelijk is geweest voor de overstap van
likeuren naar genever en voornamelijk whisky, heeft hij steeds de levenslessen van
vaderlief meegenomen. Een man bij wie hij als klein jochie graag rondhing op de
distilleerderij.
'Dat was typisch papa'
Patrick was namelijk ongeveer elf jaar toen hij al boven een
distilleerketel hing. Niet alleen vond hij dat leerzaam en leuk, het was vooral
ook een manier om bij zijn vader te zijn.
Zijn ouders waren namelijk arm en
moesten simpelweg 6 a 7 dagen per week werken om de boel draaiende te houden. Grappend zegt hij: 'Het was misschien handig geweest als we met meerdere kinderen waren geweest.'
Zijn mooiste herinnering aan zijn vader is toen hij wat ouder was en
iets waar vermoedelijk ook zijn liefde voor sherryvaten vandaan komt.
‘Mijn vader had van een vriend een oude fles Macallan gekregen en dat werd opengemaakt en gedeeld. "Moet je eens proeven," zei hij. Dat was typisch papa.’
Nog altijd
houdt Patrick van de oude The Macallan whisky’s en is sherry een ding. ‘Mijn broertje zegt altijd dat ik een sherry
fetisj heb. Ik heb iets met sherryvaten,' vertelt hij lachend.
Zijn broertje doet de verkoop, iets
wat Patrick niet kan. ‘Ik ben ongeduldig, veeleisend’ en hij vindt zichzelf
een echte controlfreak. Hoewel hij meteen zegt dat hij mensen om zich heen
nodig heeft is er ‘geen democratie’ als het gaat om definitieve keuzes van hoe de whisky's uiteindelijk worden. Dat
bepaalt hij, dé Harry Potter in de distilleerderij.
Los van het zijn van een controlfreak, valt vooral op hoe vriendelijk en benaderbaar hij is. Iedereen kan hem vragen stellen, iets wat hij meegekregen heeft van de grote heren in de industrie, bij wie Patrick zelf ook altijd terecht kon. Uiteindelijk hebben ze allemaal dezelfde passie: mooie whisky maken.