Hoewel Jos Haeck (67) inmiddels met pensioen is, komt de
voormalige moutmeester van
The Swaen nog regelmatig op bezoek bij het bedrijf
in Kloosterzande. The Swaen levert (speciaal) gemoute gerst aan klanten, wat essentieel is voor whisky. Na 44 jaar bij dit bedrijf gewerkt te hebben, draagt Jos mooie
herinneringen op zak, vooral toen de mouterij overgenomen werd door Grolsch.
Hij is pas officieel sinds een paar maanden met pensioen. De
afspraak voor het interview vindt pas om twee uur ’s middags plaats in Kloosterzande, Zeeland. Later
blijkt waarom ons verzoek voor een eerder tijdstip niet ingewilligd
werd: ‘Ik slaap tot elk uur, haha! Ik ben met pensioen, hè?’ Daarnaast moet Jos uit België komen. ‘De polder is heel
mooi in de zomer voor de fiets, maar in de winter ligt er alleen maar slijk en
rotzooi,’ lacht hij.
The Swaen startte als familiebedrijf maar ging al snel internationaal
De Belg is goedgehumeurd tijdens het interview. Jos studeerde
af als brouwerij- en mouterij-ingenieur en solliciteerde als jongeman alweer 44-jarige gelden bij The Swaen. Het was toen een familiebedrijf dat distilling malt leverde aan bedrijven, waaronder ook het buitenland. Als
Schotten destijds whisky wilden maken, klopten ze aan bij het Nederlandse bedrijf
The Swaen. Sterker nog, dat was vaak dé manier om aan gerst te komen.
Het familiebedrijf had in die tijd dan ook uitstekende
banden met Schotland en Engeland. Allerlei bekende klanten klopten aan,
waaronder Bowmore en The Macallan. ‘Onze beroemdste klant was Chivas Regal.
Chivas Regal heeft zeven stokerijen in Schotland. Eén daarvan is
Auchentoshan.
Die whisky wordt maar gedeeltelijke gebotteld als single malt, de rest gaat
allemaal in de blends.’
Vinger in de pap
Jos straalt als hij terugdenkt aan deze tijd. En stiekem
vindt hij het wel mooi dat zijn arbeid nog aanwezig is bepaalde godendranken. ‘Mijn
arbeid en zweet zit nog in de flessen van Chivas Regal.’ Het gaat dan om de
Chivas Regal Royal Salute waarbij het tenminste achttien jaar duurt voordat deze drank
gebotteld wordt.
De reden dat de Schotten in Nederland aanklopten was vanwege
het mout waar lage eiwitten in zaten. In Schotland lag het eiwitgehalte te hoog. Al is dit
veranderd in de loop der tijd. Want op een gegeven moment zijn de mensen daar
zelf silo’s gaan bouwen en was het niet meer rendabel om gerst uit Nederland te
laten komen. Jos beseft zich dan ook heel goed dat zijn trouwe dienst van 44
jaar bij The Swaen een unicum is.
Hij heeft in die periode maar liefst vier verschillende
fases meegemaakt. Na het familiebedrijf, ging The Swaen dus internationaal en
moest Jos mouterijen en managers aansturen. Later kwam het bedrijf in handen van Grolsch en weer later kon het bedrijf overgenomen worden van deze gigant. Op die manier heeft de Belg diverse functies bekleed in hetzelfde bedrijf dat nu tegenwoordig verschillende
soorten mout levert aan allerlei klanten. Denk hierbij niet enkel aan
whiskymakers, maar ook veel bierbrouwers.
Een levend organisme begeleiden
Het spannendste proces heeft hij altijd gevonden om de
kwaliteit van de mout te bewaken en bij de kiemkassen een oogje in het zeil te
houden. ‘Het is een natuurproduct. Het is iets dat groeit en een eigen leven
leidt en je moet dat levende organisme begeleiden.’ Er mag niet veel fout gaan,
want anders, zo grapt hij: ‘Dan gaan er hele zwembaden aan whisky verloren.’
Sporen verdiend als jongeman
Als jongeman maakte hij meteen indruk in de brouwerij-sector.
Er was op een gegeven moment iets heftigs gaande in de jaren 80,
waarbij gedacht werd dat het aan The Swaen lag. Jos deed onderzoek en vond een
andere reden: er ging iets verkeerd door de gerst, door het gebruik van een
specifiek ras. Personeelsleden van Heineken kwamen langs om polshoogte te
nemen, wat Jos geweldig vond, omdat hij zelf nog niet zo heel lang bij The Swaen
werkte. Tegen de mensen van Heineken keek hij op zijn zachtst gezegd tegen op. En
hij kreeg gelijk. Het lag aan de gerst en niet aan de mouterij.
Zo heeft hij een hoop dingen meegemaakt in 44 jaar tijd. ‘Vroeger
is er een hele heisa geweest om rassen te elimineren die kankerverwekkend waren,’
blikt hij terug. De koperen Alambiek ketels waren een soort katalysator bij een
bepaald ras, waardoor er een kankerverwekkende stof vrijkwam. Een of andere wetenschapper
in Schotland ontdekte dit en de industrie moest hierop inspringen. Met succes,
want dat ras wordt allang niet meer gebruikt om whisky’s mee te maken.
Aan alles merk je dat Jos een man is die wil meten. Meten is
weten. Want we hem vragen als hij chagrijnig werd als hij bij kiemkasten was om
te zien dat iets mislukte, schudt hij zijn hoofd. Nee, dan was het vooral een
kwestie van uitvogelen waar het verkeerd was gegaan om de volgende keer het probleem
voor te zijn.
Kwaliteit voorop bij The Swaen
Bij The Swaen wordt ook vandaag de dag continu een vinger
aan pols gehouden. De kwaliteit van het mout moet simpelweg in orde zijn. Sommige
brouwers hebben weliswaar graan, maar niet de techniek om dit te mouten. Dat
komt dan binnen bij The Swaen, waar een eigen laboratorium aanwezig is. ‘Er
wordt dan eerst een monster genomen om te kijken of het in orde is en er geen
gekke dingen mee aan de hand zijn.’ Het is bijvoorbeeld weleens gebeurd dat er
in een lading kevertjes meekwamen en dat is niet de bedoeling.
Die kwaliteit bewaken vindt Jos prachtig. ‘Het is net als
een kok die zijn recept bewaakt.’ Zijn passie voor de mouterij proef je aan
alles. Wat alleen wel opvalt is dat Jos niet per se een hele grote
whiskyliefhebber is. Hij drinkt voornamelijk wijn en bier. Thuis pronkt een
oude Auchentoshan whisky uit 1975. Maar dat deze drank er staat, ligt meer aan
het feit dat Jos sporadisch whisky drinkt.
Whisky snuiven
‘Ik snuif het’ grinnikt hij. Die uitdrukking
vindt hij niet verkeerd klinken. ‘Het is opsnuiven, inhaleren. Whisky drinken
is mij te zwaar.’
Een zachte milde whisky zou hij nog wel kunnen drinken, maar
een whisky als
LaPhroaig gaat niet naar binnen: ‘Verschrikkelijk.’ Vroeger toen
hij door Schotland reisde werd hij regelmatig blootgesteld aan zo’n
whisky breakfast,
maar dat is eigenlijk nooit iets voor hem geweest. Al koestert hij vooral hele
warme herinneringen.
'Als ze me vragen, kom ik'
Nu geniet hij van zijn pensioen en zijn er qua whisky niet
meer echt dromen. Wat betreft wijn heeft hij er nog wel één. ‘Ik heb altijd
gezegd: ik wil mijn leven veranderen voor één ding. En dat is als ik gevraagd
wordt om in Frankrijk een chateau te gaan leiden. Dat lijkt me zeer romantisch.’
Tot die tijd mag The Swaen hem altijd bellen en vragen om
advies. ‘Als ze me vragen, kom ik. Als ze me niet vragen, is het ook goed.’
Meer van onze interviews lezen?
Bekijk dan ons overzicht.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door The Swaen.