Om naar de oorsprong van Het Anker te gaan, reizen we door de tijd naar het begin van de 15e eeuw. In deze tijd staat er in het begijnhof in de stad Mechelen een belangrijk gebouw. Dit is als het ware een stad in de stad, waar naast huizen en een kerk onder andere een brouwerij en ziekenhuis te vinden zijn. Deze laatste twee spelen een grote rol in dit verhaal.

In deze tijd moet er al belasting en accijns betaald worden over het gebrouwde bier door iedereen. Karel de Stoute, die op dat moment regeert, besluit om daar wat uitzonderingen op te maken voor de begijnen en de officieren.

In 1637 wordt er intussen op een hele andere plek, in Blaasveld om precies te zijn, jenever gestookt. Dit wordt gedaan door Louis van Breedam en zijn zus. Uiteindelijk besluit het duo in 1872 om afscheid van Blaasveld te nemen en de brouwerij in Mechelen te kopen.

De brouwerij heeft op dat moment een stoomketel wat het tot een van de modernere faciliteiten maakt in die tijd. Van Breedam en zijn zus stoken met veel passie en liefde voor het vak verschillende bieren en dragen uiteindelijk het stokje over.

Dat laatste gebeurt van generatie op generatie totdat we aankomen in 1990. In dat jaar neemt Charles Leclef de brouwerij over. Hij is de vijfde generatie die het ambacht op zich neemt en heeft grote plannen. Hij gaat aan de slag met een verbouwing van de brouwerij.

Verder is er nog een ander project gaande binnen de muren van de brouwerij: een 3-sterren hotel. Het is een uniek concept in België wanneer in 1990 de deuren voor het eerst opengaan. Terwijl gasten nu in de brouwerij kunnen overnachten wordt er nog steeds driftig doorontwikkeld.

Intussen draaien de raderen bij Leclef op volle toeren. Hij heeft het plan opgevat om met de oude locatie, de familiehoeve in Blaasveld, een ander project te starten. Om dat te realiseren is alleen flink wat werk nodig. Het gebouw is overwoekerd door planten en kan wel een opknapbeurt gebruiken.

In 2009 wordt er gestart met de renovatie van de hoeve. De begroeiing wordt aangepakt en er komt een nieuw dak op het gebouw. Na ongeveer een jaar verbouwen komen er koperen ketels (pot stills) die geïnstalleerd worden. De Molenberg wordt een distilleerderij.

Terwijl aan het einde van 2010 in Mechelen de brasserie opnieuw opent, komt in Blaasveld de eerste spirit uit de ketel. Deze vloeistof wordt uiteindelijk de Gouden Carolus Single Malt whisky die in 2013 de fles in gaat.

De whisky is gedistilleerd uit het moutbeslag van het gelijknamige bier (Gouden Carolus Tripel). De spirit heeft in totaal drie jaar en één dag gerijpt. Dat gebeurde in first fill bourbonvaten en eikenhouten vaten die door de eigen tonnenmaker gemaakt zijn. Het resultaat is een fruitige whisky die op 46 procent gebotteld is. Intussen zijn er al meerdere expressies uit de Belgische stokerij gekomen.

Denk aan een Gouden Carolus met een finish op sherrryvaten, een expressie met een finish in Franse muscatvaten en een whisky met een afwerking van 18 maanden op sauternesvaten. Deze laatste is de anniversary edition van 2023 die overigens nog te koop is.

Voor het komende jaar staat er ongetwijfeld weer een nieuwe anniversary edition gepland, maar eerst staat er een ander project op de planning. De productie van de stokerij gaat namelijk verhuizen naar de locatie van Het Anker in Mechelen.

Daarmee worden de twee locaties samengevoegd tot één enorme locatie, waar liefhebbers van bier en whisky hun hart op kunnen halen. Na de verhuizing worden ook de twee tours samengebracht tot één verhaal over zowel de stokerij als de brouwerij.

Dit is niet alleen voor de bezoekers van de stokerij en brouwerij een verandering, maar het is ook goed nieuws voor het milieu. Door het samenvoegen kan er namelijk duurzamer gestookt, gebrouwen en gerijpt worden. Tijdens de verbouwing en verhuizing is Het Anker overigens geopend voor bezoekers.

Foto: Het Anker.