Het is weer tijd om een reis te maken naar een producent van
het levenselixir in
Distilleerderij Donderdag. Deze week blijven we op
Nederlandse bodem. We gaan namelijk naar
Cley Distillery in Rotterdam.
Vlak boven Rotterdam
Vlak boven de A20 die over Rotterdamse stad heen loopt is
het een dorps gevoel. Een smalle weg die tussen verschillende volkstuinenparken
heen kronkelt verraadt al bijna waar de hij voorbij loopt. De Overschiese
Kleiweg loopt namelijk pal voorbij de huidige locatie van
Cley Distillery.
Aan deze weg, vlak voorbij een rustieke molen, ligt achter
een rij huizen een
Nederlandse
micro-distilleerderij verscholen. Daar stoken Paul den Dulk, oprichter en
meesterdistilleerder van Cley, en zijn vrouw Maria heerlijke Nederlandse
dranken, waaronder hun eigen versie van het levenselixir.
De whisky van Cley is niet meer weg te denken uit Nederland,
maar het begon ooit met een hele andere drank. Zoals zoveel verhalen van
stokers begonnen is met een hobby, begint ook voor Den Dulk het avontuur tussen
koperen ketels en vaten als een vrijetijdsbesteding. Den Dulk werkt al jaren
als levensmiddelentechnoloog, waarbij hij zich bezig houdt met onder andere plantaardige
producten.
Aangestoken met het whiskyvirus
Naast deze baan brouwt hij in zijn
vrije tijd regelmatig een biertje. Langzaam maar zeker raakt hij aangestoken
met het virus van brouwen en stoken. Den Dulk en zijn vrouw hebben dan al een liefde
voor whisky en raken steeds meer in de ban van stoken. Dit neemt alleen maar
toe als ze in aanraking komen met een oud recept voor spirit uit 1795. Het
maken van een eigen whisky is een doel dat het duo zichzelf stelt.
De levensmiddelentechnoloog begint
als vrijwilliger bij het Jenevermuseum in Schiedam, waar hij steeds meer over
de kunst van het stoken opsteekt. Ook gaat Den Dulk in de leer in Hasselt,
België (
dit deed Horstman ook eerder!). Daar neemt Geurt van Rennes van Syntra hem onder zijn vleugels. In 2015
zetten Den Dulk en zijn vrouw een grote stap richting het realiseren van hun droom. Het
eerste distillaat voor de godendrank wordt in dat jaar gestookt en Cley
Distillery is een feit.
De naam is overigens niet heel
vreemd. De micro-distilleerderij ligt aan een weg die in een ver verleden nog
van andere straatnaambordjes voorzien was. Waar nu aan weerszijden van het
asfalt Overschiese Kleiweg te lezen is, stond in de 17e eeuw nog
Cleywech op de wegwijzers.
Een vingerafdruk in de vorm
van Nederlandse whisky
Terug naar de whisky, al is die
er in 2015 natuurlijk nog niet. De godendrank moet tenslotte een paar jaar
rijpen. Pas in 2018 vloeit de eerste druppel Cley whisky een glas in. Dat glas
is vanzelfsprekend het glas van de distilleerder zelf, die ontzettend tevreden
is met zijn creatie. De whisky is gestookt op basis van een oeroud recept en
met uitsluitend biologische grondstoffen die de meesterdistilleerder uit de
regio gehaald heeft.
Het stoken gebeurt in een Schiedamse
ketel waarmee voor een drievoudig distillaat gezorgd wordt. De spirit die
daaruit komt gaat vervolgens in kleinere, actieve vaten, zodat de Cley whisky die
erin rijpt een uniek karakter krijgt. Het geheel zorgt voor een soort vingerafdruk
die Den Dulk en zijn vrouw in elke fles achterlaten. Of beter gezegd op, want
het Cley logo is eigenlijk een vingerafdruk waarop tekens van een molensteen
afgebeeld staat.
Dat logo is overigens niet alleen
op de verschillende whisky’s van de Nederlandse distilleerderij terug te
vinden. Ook op de flessen Cley gin vind je het logo terug.
Van micro-distilleerderij naar grootse plannen
Waar Cley Distillers op dit moment nog te boek staat als een
micro-distilleerderij, zijn er plannen om flink uit te breiden. Den Dulk en
zijn vrouw hebben een duidelijke visie, waarin ze een klimaatneutrale distilleerderij
op willen zetten die single estate single malt whisky uit Rotterdam stookt.
De locatie voor de distilleerderij en de bouwplannen zijn er
al. In een grote boerderij moeten grote koperen ketels het kloppende hart van
de nieuwe Cley Distillery gaan vormen. De productie zal hiermee omhoog gaan
naar 1200 bourbon vaten per jaar.
Whiskyliefhebbers kunnen deel uitmaken van deze stap die
Cley gaat zetten. Er is namelijk een investeringsronde waarbij iedereen die dat
wil. Iedereen die niet wil investeren, maar wel een eigen vat wil, kan ook bij
Cley terecht. Er is namelijk ook een vatenprogramma genaamd
Cley Cask Friends.