In Schotland zijn talloze legendes te vinden, ook in de vorm
van distilleerderijen. Fettercairn is een distilleerderij waar bijna twee
eeuwen vakmanschap samenkomen. Van koninklijk bezoek tot tropische whisky’s:
dit is het verhaal van een echte Highland-legende.
Een bescheiden begin in 1824
In Schotland is lange tijd illegaal gestookt door talloze
whiskymakers. In de 19e eeuw is daar een einde aan gemaakt door de
Excise Act in te voeren. Hierdoor wordt legaal whisky stoken mogelijk via een licentie die 'maar' 10 pond kost.
Deze belangrijke wet zorgt ervoor dat er ineens een booming
industrie ontstaan is, waarin distilleerderijen als paddenstoelen uit de grond
schieten. Een van de eersten die een licentie in handen krijgt is Sir Alexander
Ramsay.
Hij is een vooruitstrevend landeigenaar die de Excise Act
vanaf het begin aangemoedigd heeft. Ramsay opent zijn distilleerderij in een
omgebouwde korenmoren op het Fasque-Landgoed en maakt slim gebruik van kennis
die in de buurt aanwezig is.
Er is tenslotte jarenlang gestookt door illegale stillmen. Verder
is er een eigen malting floor waar gerst gemout wordt door andere medewerkers
met kennis. Al die mannen neemt Ramsay in dienst, zodat hij een soort vliegende
start heeft op het gebied van whisky maken.
Hervormingen en koninklijk bezoek
Toch besluit Ramsay
zijn landgoed met alles wat erop staat te verkopen. Daarmee wordt ook de distilleerderij
van de hand gedaan. De nieuwe eigenaar is vanaf 1829 de familie Gladstone.
Een van de zonen is William Gladstone die niet alleen premier
van Groot Brittanië werd, maar ook belangrijke hervormingen doorvoerde voor de whisky
industrie. Zo schafte hij belastingen op mout af en zorgde hij dat Angel’s
share niet meer belast werd.
Onder het bewind van de Gladstone familie wordt jarenlang verder
gestookt en in 1861 krijgt de distilleerderij zelfs koninklijk bezoek. Koningin
Victoria en Prins Albert blijven in het geheim eten in Fettercairn, het dorp waar de distilleerderij staat.
In de 20e eeuw krijgt de distilleerderij, zoals
veel whiskymakers, te maken met de nodige tegenslagen, waaronder op financieel gebied. Er wordt bijvoorbeeld minder whisky verkocht. Uiteindelijk leidt dit
tot een sluiting van meer dan tien jaar. Tussen 1926 en 1939 komt er geen spirit
uit de ketels van Fettercairn.
Gelukkig verandert dit als Alistair Menzies in beeld komt.
Hij wordt de Distillery Manager bij Fettercairn en besluit om vernieuwingen
door te voeren. Menzies gaat op zoek naar een manier om de spirit zachter en
fruitiger te krijgen en daarbij worden de ketels onder handen genomen.
Er komt een koperen koelring rond de still. Die wordt aan
de buitenkant met stromend water natgehouden, waardoor alleen de allerfijnste
dampen in de ketel nog opstijgen. Het is als het ware een soort 'waterval' die constant over de ketels stroomt. Deze aanpassing zorgt voor een veel zachtere spirit én een tropische toon.
Nog meer vernieuwing op komst
Als de jaren verstrijken voert Fettercairn nog een aantal
belangrijke wijzigingen door. Zo wordt er niet meer op de oude malting floors
gemout, maar gaat de gerst naar een extern bedrijf Bairds Malts.
Na het mouten gaat de gerst bij Fettercairn in een Bühler mill en
dan wordt dit in een nieuwe mash tun verwerkt. Daarna volgt een fermentatie die
ongeveer 60 uur duurt. De ring die jaren eerder aangebracht is, zorgt nog steeds voor een extreem zachte spirit.
Fettercairn wisselt nog eens van eigenaar als in 1973 Whyte
& Mackay de distilleerderij onder haar vleugels neemt. De whiskymaker blijft daarbij grotendeels zelfstandig stoken in de jaren die volgen. Er worden verschillende whisky’s uitgebracht en de reputatie van de distilleerderij groeit gestaag
door.
Een frisse nieuwe look
Stewart Walker krijgt uiteindelijk de rol van Distillery Manager binnen Fettercairn met Gregg Glass aan zijn zijde als Master Whisky Maker en Blender. De distilleerderij werkt nauw samen met een groot aantal boeren
in een straal van 50 mijl rondom de distilleerderij. Dit heet de Fettercairn
200 Club. Van deze boeren komt de gerst die de basis van de whisky vormt.
In 2018 vindt Fettercairn, na bijna 200 jaar, dat het tijd is voor een nieuwe
look. Het single malt assortiment wordt op de schop genomen. Er komt
een nieuwe fles uit die iets luxer oogt dan voorheen en ook het logo wordt opgepoetst.
Nog steeds vormt het symbool van Schotland, een eenhoorn, het
logo van de distilleerderij. De rebranding is met het zicht op de 200ste
verjaardag van de distilleerderij mooi op tijd doorgevoerd.
In 2024 wordt het 200-jarige bestaan groots gevierd met een collectie zeldzame whisky’s: de Fettercairn 200th
Collection.
Deze whisky's worden in een luxe houten kist geleverd van Schots
eikenhout, koper en messing. Voor veel whiskyliefhebbers blijft het alleen bij kijken, want er zijn slechts
10 sets gemaakt.
Wat wel goed nieuws is voor liefhebbers van de frisse en
toegankelijke whisky is dat de distilleerderij haar bezoekerscentrum op de
schop genomen heeft. Daar is een moderne, smaakvolle ervaring opgezet die het
erfgoed en de innovatieve kant achter Fettercairn tot leven brengt. En dit is voor iedereen toegankelijk.
Tijdens tours worden bezoekers meegenomen in het verhaal van
de distilleerderij, van begin tot toekomstvisie. Onderdeel van die visie is
inmiddels niet alleen het proeven van whisky, maar ook het prikkelen
van de verbeelding. Daarover legt Gregg Glass liefhebbers graag het een en
ander uit tijdens een bezoek.
The Glencairn Whiskyglas- plus afdekglaasje(gratis) - Kristal - Handgemaakt in Schotland - Geschenkverpakking