Als je
ergens van geniet, dan wil je natuurlijk ook weten hoe datgene precies wordt
gemaakt. Daarom zijn wij gegaan naar de Blair Athol Distillery in het Schotse
dorpje Pitlochry, om erachter te komen hoe graan, water en gist worden omgezet
in het goudgele drankje.
Pitlochry kan bijna worden gezien als de poort
naar Cairngorms National Park. Het natuurgebied waar de befaamde Whisky Trail
te vinden is en één van de hotspots voor whisky-liefhebbers in Schotland. Dat
whisky een belangrijke rol speelt in het gebied is duidelijk, want ook in
Pitlochry is de distilleerderij ongetwijfeld één van de grootste trekpleisters.
De Blair Athol Distillery is dan ook te
bezoeken, waar stap voor stap wordt uitgelegd hoe whisky wordt gemaakt. Een
lang en zeer precies proces, maar wel eentje met een heerlijk resultaat.
Niet onze video, maar zorgt wel voor een goed beeld!
Een
alcoholische pap maken
Het begint allemaal bij graan, of in het geval
van een malt whisky, bij gerst. Dat wordt eerst vochtig gemaakt om het
gedeeltelijk te laten ontkiemen. Dat proces is nodig om ervoor te zorgen dat
het zetmeel van de gerst niet omgezet wordt in suikers. Het ontkiemen wordt
daarna onderbroken door verhitting, waarbij de gerst wordt gedroogd. Bij
rokerige whisky’s wordt hierbij de gerst bovenop turf gelegd, waardoor het die
iconische rokerige smaak krijgt.
De volgende stap is door de gerst te vermalen
en te stoppen in een grote tank. Daar wordt heet water (uit het beekje dat door
het complex stroomt) bij gedaan en geroerd, totdat er een soort pap overblijft.
Zodra dat klaar is, is het tijd voor fermentatie. Gist wordt bij de pap gedaan,
wat de suikers in het mengsel opslokt en omzet naar alcohol. Dit wordt gedaan
in enorme vaten en duurt twee tot vier dagen, afhankelijk van welke smaak de
distilleerderij wil maken. Het eindresultaat is de zogeheten ‘wash’, wat veel
wegheeft van bier.
Het
distilleren kan beginnen
Natuurlijk is het niet de bedoeling om het
andere gele drankje te maken en dus is het nu tijd voor het proces waar het
gebouw zijn naam aan dankt: distilleren. De wash wordt in grote, koperen ketels
gedaan die de boel opwarmen. Dat is ook goed te merken, want in de kamer waar
dit gebeurt is het bloedheet - zelfs met alle ramen open en een klassiek Schots
weer buiten.
De warmte zorgt ervoor dat de alcohol gaat
koken en verdampen, waardoor het opstijgt naar de hals van de ketel. Daar koelt
het af, waardoor het weer vloeistof wordt en in de volgende ketel stroomt, waar
het proces wordt herhaald. Des te vaker dit wordt gedaan, des te meer het ‘ruwe
randje’ er vanaf wordt gehaald. Daarom hebben veel Ierse whisky’s, die vaker
‘triple distilled’, een zachter karakter. In Schotland worden de meeste
whisky’s twee keer gedistilleerd.
Tijdens het hele proces verandert de smaak en
de hoeveelheid alcohol van de spirit die wordt geproduceerd. Aan het begin
(head) en aan het einde (tails) wordt de spirit daarom naar een andere tank
geleidt, wat later weer opnieuw gedistilleerd kan worden om de juiste smaak te
produceren. Het schakelen tussen de ‘juiste’ spirit wordt overigens niet gedaan
met computers of andere technologische apparatuur, maar door één man: de
meester distilleerder. Door te proeven bepaalt hij wanneer het tijd is om te
wisselen en die positie is dan ook extreem belangrijk bij een distilleerderij
en daar gaat dan ook jarenlange training aan vooraf.
Consistentie is namelijk de sleutel bij het
maken van een whisky. Elke fles moet hetzelfde smaken en mag niet verschillen
per batch. Volgens de gids bij de Blair Athol Distillery hebben ze bij een
distilleerderij in de buurt dan ook een aparte ketel staan. De ketels
verschillen overal per vorm en grootte, want dat zorgt ook voor een andere
smaak aan de spirit. Bij het installeren van de ketels bij de nabijgelegen
distilleerderij ontstond er de eerste keer alleen een deuk in de ketel. Dus wanneer
het is om de ketels te vervangen, wordt er een flinke klap op de nieuwe ketel
gegeven met een hamer om dezelfde deuk te creeën. Op die manier blijft de smaak
consistent.
De smaak van een whisky komt natuurlijk niet
alleen voort uit de spirit, maar ook het vat waarin het bewaard wordt. Wanneer
de batch klaar is, is het tijd om de vloeistof te gieten in houten vaten en het
karakter van het vat te absorberen. Dat is een lang proces, waarbij er ook veel
verloren gaat - de ‘angel’s share’. Zo ligt er bij de Blair Athol Distillery
een vat al ruim zestig jaar te rijpen, die uiteindelijk in een speciale release
van een Johnny Walker Blue Label gebruikt zal worden. Door alle jaren heen is
er alleen al veel verdampt, waardoor er minder dan twintig procent van de
vloeistof nog in het vat zit. Dan wordt het wel duidelijk waarom sommige
whisky’s een behoorlijk prijskaartje hebben.
Het opslaan van al die whisky is namelijk niet
goedkoop. Zelfs de ‘normale’ flessen van Blair Athol komen uit vaten die twaalf
jaar liggen op de plank liggen. De laatste blik die we kregen bij de
distilleerderij was dan ook eentje die we niet snel zullen vergeten: een
duistere opslagplaats met rijen en rijen aan whisky-vaten, tot zover het oog
reikt in de duisternis. Het zou niet misstaan in een Indiana Jones-film.