Distilleerderijen hebben vaak een lange geschiedenis. In het
geval van
Jura is deze geschiedenis verweven met die van het eiland. En daar
horen de nodige spookverhalen bij. We vertellen je er twee die direct met de
geschiedenis van de Jura whisky distilleerderij verweven zijn.
Het eiland Jura is slechts een paar honderd vierkante
kilometer groot en telt meer edelherten dan mensen (slechts 200 inwoners). Het
lang gerekte eiland heeft een rijke geschiedenis. Zo zou George Orwell bijna
verdronken zijn in de
Corryvreckan draaikolk tijdens een bezoek aan Jura.
Daarnaast zijn er her en der op Jura graven te vinden van tempeliers.
Het gure eiland vormt met zijn woeste omgeving een ideale
setting voor een spookverhaal. En twee van die verhalen hebben direct met de
Jura Distillery te maken.
Een spookachtig protest
Het eerste verhaal beschrijft zelfs de reden dat we vandaag
kunnen genieten van de verschillende Jura whisky’s. Toen Archibald Campbell, de
laird van het eiland, er met ijzeren vuist regeerde, hief hij onredelijke belastingen
en zette hij mensen zomaar uit hun huis. Daarnaast besloot hij dat er niet meer
gestookt mocht worden.
Dat laatste kwam hem duur te staan. De stokerij die destijds
op het eiland lag werd stilgelegd en Jura moest het ongeveer 30 jaar zonder whisky
doen. Op een donkere nacht werd de nachtrust van Campbell bruut verstoord. Een spookachtige
verschijning zweefde boven zijn hoofd.
Het was een boze oude dame die de laird opzocht. Ze was
alles behalve blij met het besluit van Campbell om distilleren op het eiland te
verbieden en maande hem om dit ongedaan te maken. De landheer kon niet anders
dan hier gehoor aan geven. Hij liet een stokerij bouwen die whisky ging maken.
Daarnaast liet hij een fles Jura in een grot op het eiland
plaatsen, zodat de geest gerustgesteld zou zijn. Naar verluidt ligt die fles nog steeds ergens
en de whisky... die wordt op de dag van vandaag nog gestookt op Jura.
Cat-cam perikelen
Het tweede verhaal rondom de geesten van Jura Distillery draait
niet om een boze geest, maar om een kat. Elvis, een lokale kat, is ooit
uitgerust met een camera aan zijn halsband om een promotiefilmpje op te nemen.
De kat kwam op allerlei plekken in de stokerij en vormde een ideale filmploeg.
Alleen legde het dier iets vast wat niemand had verwacht. Bij
het nakijken van de beelden was er ineens een spookachtige verschijning te
zien. Het was een dame die niemand herkende, maar één ding was duidelijk: dit
was een geest. De stokerij schakelde Joan Charles, een lokale helderziende in
om op onderzoek uit te gaan.
Zij logeerde in de lodge van de stokerij en merkte al snel
op dat ze niet alleen was. Er was een andere entiteit aanwezig met een sterke autoriteit.
De naam van de geest zou Elizabeth Quinn zijn. Na verder onderzoek blijkt dat
zij een lerares was die ooit op het eiland lesgaf.
Quinn is vaker voor mensen verschenen. Zo heeft Willie Tait,
brand ambassador van Jura, ooit van haar te horen gekregen dat ‘het goed gaat
met de kinderen’. Het is een bevestiging dat het in elk geval geen boze geest
is. Het schijnt dat de geest van Quinn nog altijd in de stokerij rondwaart. Mensen
die in de lodge verblijven zouden zomaar eens met haar te maken kunnen krijgen.