Een trip van 5 dagen naar Campbeltown om te wandelen en
whiskysites te verkennen, dat klinkt als een recept voor relaxen. En dat is het
ook!
Vlieg vanaf Amsterdam in een uur naar Glasgow en neem daar
een klein propellervliegtuigje naar Campbeltown bij de Mull of Kintyre. Daarmee
voorkom je de “long and winding road” van vele uren vanaf Glasgow. Het is een half
uur vliegen naar Campbeltown voor de prijs van een Nederlands treinkaartje.
Klein maar fijn
De aankomst op het vliegveld van Campbeltown is in een
luchthavengebouw ter grootte van een gemiddelde huiskamer. Er is alleen een
vlucht in de ochtend en in de middag, dus veel oppervlak is er niet nodig.
Vanaf
daar is het met de auto nog een kwartiertje naar de stad. Campbeltown heeft
maar 4.500 inwoners en is dus eigenlijk gewoon een dorp.
In de hoogtijdagen in
de 19e waren hier wel tientallen whiskystokerijen actief. In totaal zijn er 37 distilleerderijen
in Campbeltown geweest waarvan en nu nog 3 over zijn.
De dag na aankomst is het eerst tijd voor een fijne
wandeling naar Davaar’s Island. Bij laag tij is het eiland per voet bereikbaar en
is het uitzicht spectaculair op de omliggende baai.
Springbank rules!
In de middag staat meteen de topper op het programma:
Springbank.
Sinds 1824 lijkt de tijd hier stil te hebben gestaan. Veel
apparatuur ziet er Victoriaans uit en het hele productieproces wordt “on site”
gedaan. Dit levert een ambachtelijke whisky op die nog steeds enorm populair
is.
Iedere ochtend staat er al uren voor de openingstijd een rij mensen te
wachten om een fles te bemachtigen want de vraag is veel groter dan het aanbod.
Een enthousiaste gids verzorgt een rondleiding in plat
Schots en daarbij kan de new make spirit geproefd worden rechtstreeks vanuit de
spirit safe. In de visitor’s shop zijn de normale bottelingen al aan het begin
van de dag uitverkocht.
Gelukkig zijn er nog wel flessen “Distillery Exclusive”
bottelingen te koop. Het gaat hierbij om een
Springbank op vatsterkte die
heerlijk op smaak is. De flessen hebben geen leeftijdsaanduiding, maar dat
maakt de smaak er niet minder op. In de washbackbar kan er een glaasje van wat
speciaals worden geproefd zoals een Springbank van 18, 25 of 30 jaar oud.
Daar is meer te koop
De visitorshop bevat ook producten van 3 andere bekende
whiskynamen: Longrow, Hazelburn en Kilkerran. De eerste 2 zijn whisky’s die ook
bij Springbank gemaakt worden, maar duidelijk anders zijn van karakter.
De Longrow
is meestal geturfd en de Hazelburn juist zacht van smaak. Springbank zit hier
met zijn smaak tussenin en vormt het grootste gedeelte van de toch bescheiden
productie. Per jaar wordt er bij Springbank maar 125.000 liter gemaakt. Dat is
helemaal niets in vergelijking tot de miljoenen liters bij de grote broers
elders in Schotland.
De geturfde Longrow whisky wordt traditioneel in januari
gestookt. Dan doen alle bewoners van het stadje de ramen dicht omdat de omgeving dan
volledig in rook wordt gehuld.
De heuvels in
Dag 3 wordt weer gestart met een flinke wandeling. Dit keer
in de heuvels rondom Campbeltown. Daar is ook het stuwmeertje te zien waar het
regenwater wordt verzameld voor de whiskyproductie.
In de middag is het tijd voor Glengyle distillery die de
Kilkerran whisky maakt. De kleine producent is het grootste deel van het jaar
niet actief bij gebrek aan grondstoffen. Als buurman van Springbank wordt
daarom hetzelfde visitor’s centre gebruikt om bezoekers te ontvangen.
Whisky in plaats van stenen
De gids vertelt tijdens de rondleiding nog een mooi verhaal
over de huizen in Campbeltown. Die zijn vaak van rare en diverse stenen
opgebouwd. In vroegere jaren moesten de schepen die whisky kwamen halen stabiel
blijven op de ruige zee op weg naar Campbeltown.
Dit werd gedaan door stenen
uit heel Schotland als ballast mee te nemen. Bij aankomst waren de stenen
overbodig en konden dus als bouwmateriaal ingezet worden.
Ook hier mocht weer van de new make spirit geproefd worden.
Het valt op dat deze al erg vol van smaak is en het karakter van de Kilkerran
whisky al goed in zich heeft.
De start van dag 4 is een wandeling via de noordkust. Ruige
rotsen zorgen voor genoeg uitdaging op de kleine wandelpaadjes met prachtige
uitzichten. In de middag staat
Glen Scotia op het programma.
Deze
distilleerderij valt wat buiten de kliek van Springbank en heeft een eigen
karakter.
Glen Scotia is onderdeel van de Loch Lomond groep en is daarmee wat
commerciëler. Er wordt ook duidelijk meer whisky geproduceerd met een miljoen
liter per jaar. In de distilleerderij heerst wel de echte Campbeltown sfeer; harde
en vrolijke werkers!
Terugreis is een uitdaging
De volgende dag is het tijd voor de terugreis. Waar het de
afgelopen dagen prima weer was, komt nu de beruchte “mist rolling in” vanuit de
Mull of Kintyre. Er gaan maar 2 vliegtuigjes per dag naar Glasgow en die kunnen
vandaag niet de lucht in. Het enige alternatief is dus de Long and winding road te
nemen met een taxibusje dat als alternatief wordt aangeboden.
Na 5 dagen genieten in Campbeltown mag dit de pret niet
drukken en zo zie je nog eens wat van Schotland. Kortom: een 5 daagse retraite in Campbeltown is een aanrader voor de echte whiskyliefhebber!