Whisky is een veelzijdige drank dat je in alle vormen en
maten tegenkomt. Je drinkt het neat, on the rocks, in een cocktail of hoe je
maar wil. De drank vind je ook op verschillende plekken zoals de lokale slijterij
of de whiskyspeciaalzaak. Maar
wist je dat whisky ooit ook bij de barbier te
krijgen was?
Als je nu een kapper belt, dan doe je dat waarschijnlijk
voor een knipbeurt of om je haar een zomers kleurtje te geven. In sommige
gevallen kun je zelfs een compleet pakket afnemen, met een uitgebreide haarverzorging
en bij mannen een complete scheerbeurt.
Eén ding waar je in elk geval niet op hoeft te rekenen bij
de kapper is een glas whisky. Maar dat was vroeger wel anders. Toen werd het
levenswater namelijk regelmatig geschonken voor klanten.
Whisky bij de barbier, hoe zit dat?
In de 15e eeuw werd er voor het eerst gesproken over whisky,
of ‘aqua vitae’. De barbier, hield zich in deze tijd
bezig met hele andere dingen dan alleen knippen en scheren.
In 1505 was Edinburgh’s Guild of Surgeon Barbers actief. Vanuit
Koning James IV, die tussen 1473 en 1513 in Schotland regeerde, had het gilde
een monopoly gekregen op het stoken van whisky in Edinburgh. De koning nam zelf
flink wat van de godendrank af bij het gilde, maar de ‘gewone burger’ kon er
ook voor bij de barbier terecht.
Whisky werd in deze tijd overigens niet alleen gedronken om er
simpelweg van te genieten. Het was een soort medicijn dat allerlei voordelen
kende. Zo werd er ooit gezegd dat whisky onder andere goed was voor de
spijsvertering, hielp tegen tandenklapperen, rillingen tegen ging, voordelen
voor het hart had. Daarnaast zou whisky er ook voor zorgen dat men minder snel
verouderde en dat de jeugd versterkt werd.
Dat barbiers ook chirurgische ingrepen deden is tot op de
dag van vandaag nog te herleiden. De kapperspaal die je soms tegenkomt op de
gevel van een kapperszaak heeft namelijk kleuren die nog steeds naar de oude
tijden verwijzen.
Lees ook onze andere
Wist je Dat-artikelen.
Foto: Pixabay