Als je aan bourbon denkt, is de kans groot dat je aan een van de merken van de
Buffalo Trace Distillery in Kentucky denkt. De distilleerderij is namelijk de grootste en oudste constant draaiende stokerij van de
Verenigde Staten en heeft talloze merken onder haar vleugels.
Het ontstaan van Lee's Town
Het is 1773, het jaar waarop Amerika nog geen president
heeft en een groot deel van Noord-Amerika onder Britse koloniën bestaat. Het continent is voor een groot deel nog niet ontdekt en een ander deel is onderdeel
van de Britse koloniën. Stukje bij beetje wordt Amerika verkend door pioniers
die daar niet altijd ongeschonden vandaan komen.
Anderen hebben meer geluk. Zo verkent Hancock Taylor het
westen via een oud bizonpad. Het is al vaker bewandeld door pioniers die altijd
vlakbij de Kentucke rivier (tegenwoordig de Kentucky rivier) een kamp opzetten
om te rusten.
Taylor besluit dat de plek bij de rivier een hele geschikte
plaats is voor een nederzetting. Er komen mensen over het bizonpad en de rivier
is er ondiep. De bizons gebruikten de plek om door het water naar The Great Plains te gaan.
Nog geen twee jaar later is Lee’s Town, vernoemd naar Willis
Lee (een van de oprichters), een feit. Hoewel het niet bevestigd is, zijn er
verhalen dat er in dit eerste jaar ook al whiskey gestookt wordt in de nieuwe
nederzetting.
Van ruzie met Indianen tot de eerste stokerij van Amerika
De eerste tijd verloopt onstuimig voor Lee’s Town. Het
bizonpad wordt namelijk niet alleen door bizons en pioniers gebruikt. Ook
indianen gebruiken het pad om op bizons te jagen en zij zijn niet blij dat het nieuwe dorp het pad blokkeert Ze vallen het dorp aan. Mensen
vluchten of komen om en Lee’s Town ligt er verlaten bij.
Uiteindelijk wordt de nederzetting in 1775 opnieuw opgericht met
meer succes. Lee’s Town wordt een plek die bekend staat als doorgang naar New
Orleans voor verschillende goederen zoals tabak, hennep en het levenswater. In
dat jaar begint vermoedelijk ook de stook van de eerste spirit, al heeft de
distilleerderij dan nog niet de naam die we tegenwoordig kennen.
We slaan een paar jaar over en gaan naar 1811. Kentucky is
inmiddels door George Washington erkend als de 15e Amerikaanse staat
en is flink gegroeid. In Lee’s town wordt een gebouw van drie verdiepingen vlak
naast de rivier in gebouwd waar handelswaar, zoals whiskeyvaten opgeslagen
worden. Tussen deze vaten zitten de eerste commerciële elixirs van Benjamin
Harrison Blanton die vanaf dat moment officieel distilleert.
Een nieuwe naam en een enorme verbouwing
Het gaat de stokerij voor de wind. Er wordt meer en meer
whiskey gestookt, wat op een gegeven moment een industriële schaal begint aan
te nemen. Dat ziet kolonel E.H. Taylor ook en hij koopt de distilleerderij.
De kolonel doopt de stokerij daarbij direct om tot Old Fire
Copper Distillery, oftewel O. F. C. Distillery. De naam komt van het idee dat
de beste whiskey in koperen ketels wordt gemaakt die met een open vuur op hout
gestookt worden. De naam is niet het enige dat er verandert in de
distilleerderij.
Taylor investeert ruim 70.000 dollar om de stokerij te
moderniseren en uit te breiden. Er komen koperen fermentatietanks en column
stills. De pakhuizen worden daarnaast voorzien van een door stoom aangedreven
verwarmingssysteem. Als laatste worden er twee nieuwe warenhuizen voor de
opslag van whiskey gebouwd.
Een noodlottige verkoop
Hoewel de O.F.C. Distillery nu uitgerust is met de meest
moderne snufjes en flink uitgebreid is, staat er een ramp te gebeuren. De
bliksem slaat in en zorgt voor een verwoestende brand bij de O.F.C. Distillery.
Deze gaat de boeken in als ‘The Great Fire’, de grootste brand die de stokerij
ooit meegemaakt heeft.
De distilleerderij moet herbouwd worden en dat wordt niet
door de verzekering gedekt. Taylor moet 44.000 dollar betalen om het gebouw te
renoveren, een onvoorzien bedrag, maar wel iets wat de kolonel bereid is te
investeren.
Sterker nog, hij besluit om een derde warenhuis te bouwen en
om de nieuwe distilleerderij een grote
vleugel te geven die gebruikt wordt voor fermenteren en mashen. Ook dit
warenhuis wordt van een verwarming met stoom voorzien.
De uitgaven van Taylor zorgen ervoor dat hij in grote
problemen komt. Zijn hele kapitaal zit in de verbouwing en een financiële tegenslag dwingt de
eigenaar van de stokerij tot de verkoop van het bedrijf.
George T. Stagg, een zakenman en vatenhandelaar uit St.
Louis, schiet hem daarbij te hulp. Hij koopt de distilleerderij in 1878 en
besloot om in 1904 de naam te veranderen naar George T. Stagg Distillery. De
ketels stoken nog steeds onafgebroken spirit, wat intussen bekend staat als een
van de beste bourbons in het land.
Medicinale whiskey
Dat de stokerij zo bekend staat om haar spirit is maar goed
ook, want de drooglegging verstoort de verkoop van whiskey in het land enorm.
De overheid verbiedt de verkoop en stook van drank. Toch kunnen de ketels van
Buffalo Trace door blijven stoken. Dit is te danken aan Albert B. Blanton die al
jaren bij de distilleerderij in Kentucky werkt.
Hij is in 1897 begonnen al kantoorhulp en is in de jaren
daarna opgeklommen tot manager van de productiefaciliteit en in 1921 schopt hij het zelfs tot
directeur van de George T. Stagg Distillery. Door slim overleg met de
overheidsinstanties mag zijn stokerij whiskey voor medicinale doeleinden
blijven maken.
In 1930 krijgt Blanton het voor elkaar om die licentie om te
zetten in een vergunning voor het stoken van drank in het algemeen. De
productie wordt weer opgeschroefd en de George T. Stagg Distillery is één van
de vier distilleerderijen die whiskey kan maken in Kentucky.
Intussen is de
stokerij wel weer van eigenaar veranderd. De Schenley Distillers Corporation
heeft de rechten overgenomen en plannen voor een nieuwe uitbreiding.
Natte voeten
Onder leiding van Blanton worden er talloze nieuwe pakhuizen
voor vaten gebouwd. Voordat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt is de eerste van
in totaal zeven warenhuizen klaar voor 50.000 vaten.
Het is niet de oorlog die voor problemen zorgt bij de whiskeyfabriek.
Een enorme overstroming zet het gebied onder water. Het nieuwe warenhuis met de
naam Warehouse H staat blank en ook de energiecentrale van de distilleerderij staat
onder water. Het levert enorme vertragingen op, maar de ketels blijven
doorstoken, zelfs wanneer het personeel natte voeten heeft.
In 1942 wordt het miljoenste vat whiskey gevuld. Ter gelegenheid van deze mijlpaal bouwt de stokerij een warenhuis, alleen voor dit ene whiskyvat. Het is
het enige ‘single barrel warehouse’ in de wereld voor zover bekend.
De komst van een whiskeylegende
De Tweede Wereldoorlog komt en gaat, zonder dat de stokerij
daar al te veel last van heeft. Na de oorlog besluit een piloot van de
Amerikaanse luchtmacht om aan de slag te gaan bij de distilleerderij in
Kentucky. Het is Elmer T. Lee. Hij begint in 1949 als reparateur van de
machines en werkt zich op tot distillery manager in 1969. In 1981 wordt hij
zelfs meesterdistilleerder.
In die rol krijgt hij een belangrijke opdracht: maak een
nieuwe bourbon die naast de beste Scotch en cognac kan staan. Het is een poging
van de stokerij om de naam van bourbon uit het slop te trekken. De godendrank
staat namelijk te boek als oubollig en als iets dat door oude mannen gedronken
wordt.
Lee besluit te kijken naar de lessen van zijn voorgangers,
zoals Blanton. Hij kon namelijk voorspellen welke vaten bijzonder rijke whiskey
produceerden en zette deze aan de kant voor speciale bottelingen voor grote
zakelijke relaties. De meesterdistilleerder herhaalt deze stappen,
maar dan voor het grote publiek.
Niet lang daarna, in 1984, wordt de directeur van de
stokerij geëerd met zijn eigen drank: Blanton’s. De whiskey
is voorzien van een speciale fles met een kurk waar een ruiter te paard op te
zien is. Bovendien is dit de eerste single barrel bourbon die in de wereld
gestookt is.
Buffalo Trace Distillery
In 1992 wordt de stokerij overgenomen door het
familiebedrijf, Sazerac Company. Het bedrijf besluit dat het tijd is voor
renovaties. Alle gebouwen op het terrein worden onder handen genomen en
voorzien van upgrades. Zodra in 1999 de laatste hand aan de verbouwingen gelegd is, wordt de naam op de gevel aangepast naar Buffalo Trace Distillery.
Het is een eerbetoon aan de roots van de
distilleerderij, de pioniers die ooit op de plek van de distilleerderij kun
kamp opsloegen en het oude bizonpad waarover de kuddedieren ooit naar The Great
Plains trokken.
De overname door Sazerac luidt een nieuwe periode in voor de
Buffalo Trace Distillery. De jaren na de verbouwing zijn voorspoedig. De
distilleerderij krijgt in 2000 als eerste Amerikaanse stokerij de titel ‘Distillery
of the Year’ en daarop volgen nog veel meer prijzen.
Talloze whiskeys onder één dak
De Buffalo Trace Distillery is geen distilleerderij die al zijn geld op één merk gezet heeft. Naast Buffalo Trace bourbon wordt er al jaren veel meer whiskey gestookt en gebotteld. Er zijn talloze whiskeys van de distilleerderij die wereldwijd bekend en in alle segmenten te vinden zijn. Een greep uit de selectie van whiskeys die BUffalo Trace Distillery stookt is:
- Buffalo Trace bourbon
- Colonel E.H. Taylor
- Eagle Rare
- Fireball
- Ridgemont
- Sazerac
- Pappy van Winkle
Naast breed verkrijgbare expressies zit er in het assortiment van de Amerikaanse stokerij een paar schaarser verkrijgbare merken. Denk aan aan Eagle Rare Bourbon en de iconische Pappy van Winkle whiskey. Voor beide dranken geldt dat er niet vaak gebotteld wordt, omdat ze standaard ontzettend lang rijpen. De
Pappy van Winkle wordt bovendien volgens een oud recept gestookt.
Mysterieuze zaken
Intussen is in 1995 Harlen Wheatley in dienst gekomen. Hij
is in 2000 de distillery manager geworden om uiteindelijk vijf jaar later de
zesde meesterdistilleerder van Buffalo Trace te worden.
Hij treedt in deze functie in een roerige periode waarin zich
een mysterieuze gebeurtenis afspeelt. Zonder dat iemand het in de gaten heeft,
verdwijnen er namelijk flessen whiskey van alle merken. Dit komt in 2013 aan
het licht tijdens een controle.
Het blijkt dat er meer dan 200 flessen Pappy van Winkle weg
zijn, samen met verschillende vaten whiskey van verschillende merken en
complete dozen Eagle Rare Bourbon. Een grootschalig onderzoek vanuit de politie
leidt in eerste instantie tot niets en het verhaal gaat de boeken in als ‘Pappygate’.
Na jaren is het dossier een cold case, maar door anonieme tips wordt toch een
dader opgepakt. Hoe dit precies zit, is te zien in de Netflix serie Heist,
waarin twee afleveringen gewijd zijn aan Pappygate onder de naam The Bourbon King.
Een enorme trekpleister
Buffalo Trace is tot op de dag van vandaag nog steeds de
oudste constant draaiende distilleerderij in Kentucky. De distilleerderij heeft
een status als nationaal historisch monument gekregen en trekt jaarlijks meer
dan 30.000 bezoekers.
Via verschillende rondleidingen wordt de uitgebreide
historie van Kentucky, bourbon en Buffalo Trace verteld. Voor meer informatie
daarover kun je op de website van Buffalo Trace Distillery terecht.
Mede mogelijk gemaakt door De Monnik Dranken.